Trends en ontwikkelingen
Schaarse ruimte
Het zoeken naar balans tussen wonen, werken, recreëren en verblijven geeft een continue spanning. En daarbij maakt de energie- en warmtetransitie ook aanspraak op de schaarse ruimte. Het is een uitdaging om de concurrerende ruimtevragen integraal af te wegen en waar mogelijk multifunctioneel gebruik te maken van ruimte. De volgende ontwikkelingen leiden tot extra ruimtevraag:
> Op de woningmarkt is sprake van krapte, met name in het (sociale) huursegment en in het middensegment. Ook de koopmarkt is overspannen. Daarnaast ontstaan er steeds meer één- en tweepersoonshuishoudens die een andere woonvraag hebben dan de traditionele gezinnen. De uitstroom uit de maatschappelijke opvang en beschermd wonen dragen bij aan deze ontwikkeling. Er is een toenemende vraag naar flexibele en tijdelijke woonruimte onder andere voor spoedzoekers. Ook de aanwezigheid van arbeidsintensieve bollenteelt leidt tot een toestroom van arbeidsmigranten met een vraag naar (kwalitatieve) huisvesting.
> Met de toenemende verstedelijking neemt de behoefte aan recreatie en groen toe. Inwoners hebben behoefte aan voldoende gebieden van goede kwaliteit voor bewegen, recreëren, natuur en rust. Ook de vraag naar accommodaties en voorzieningen stijgt.
> De toenemende verstedelijking leidt tot zwaardere belasting van de bestaande infrastructuren en vervoersvormen. Dat betekent knelpunten in de capaciteit, veiligheid en leefbaarheid. Robuuste en duurzamere vormen van ontsluiting en mobiliteit vragen om extra ruimte.
> De komende jaren zet de krimp in het aantal bedrijven in de bollensector door. Dat resulteert in verdergaande schaalvergroting en specialisatie binnen de sector, met aandacht voor duurzaam bodembeheer.
> Voor de omschakeling van fossiele naar duurzame energiebronnen is veel ruimte nodig zowel boven de grond (o.a. zonneweides en windturbines) als ondergronds (warmtesystemen). Ook voor het klimaatbestendig inrichten is extra ruimte nodig (o.a. waterberging, meer groen in woonwijken).
Klimaat
Het klimaat verandert wereldwijd. De gemiddelde temperatuur en zeespiegel stijgt en de seizoenen worden verstoord. Bovendien nemen de weersextremen toe, zoals langere periodes van droogte en hitte en hevige regenbuien. Om te zorgen dat ook voor de komende generaties onze planeet een goede plek is om te leven, moeten we samen optrekken om de klimaatverandering tegen te gaan.
In het Klimaatakkoord is de doelstelling neergelegd om de nationale broeikasgasuitstoot in 2030 met 49% terug te dringen ten opzichte van 1990. Daarnaast zijn concrete maatregelen opgenomen om deze doelstelling te behalen. De komende jaren betekent dit dat we allerlei duurzame veranderingen moeten inpassen in de leefomgeving. Denk hierbij aan het verduurzamen van de gebouwde omgeving en de omschakeling naar duurzame energie. Deze ontwikkelingen vergen actieve betrokkenheid van vele organisaties, bedrijven en inwoners.
Meer integraal werken
De komst van de Omgevingswet betekent voor de overheid een verandering in het denken over een veilige en gezonde (fysieke) leefomgeving. Een belangrijk verschil tussen de Omgevingswet en de 'oude manier van werken' is dat niet langer allerlei sectoraal beleid op elkaar wordt gestapeld (zoals parkeernormen, structuurvisies, detailhandelsbeleid en woonbeleid) maar dat wordt uitgegaan van een integrale beleidscyclus en
integrale gebiedsontwikkeling. In deze gebiedsontwikkelingen worden zaken zoals klimaatadaptatie, erfgoed, mobiliteit, biodiversiteit en veiligheid ook betrokken bij een integrale afweging.